De oven voor verwarmen op 175 graden. Ganzenborsten wassen, en droog deppen met keukenpapier. De huid in een ruitvorm insnijden, en aan beide kanten bestrooien met zout.
Een beetje olie in een koekenpan verhitten, de koekenpan moet straks in de oven kunnen. De ganzenborsten met de huid naar onderen in de pan leggen.
Gedurende 5 minuten laten bakken, omdraaien en nogmaals 3 minuten laten bakken met de huid naar beneden. Zo is het vlees aan beide kanten aangebraden.
De koekenpan in het midden van de oven plaatsen, en 40 tot 50 minuten laten garen. De rode kool in dunne reepjes snijden, en de reepjes wassen.
In een schaal doen, samen met zout, peper, appel-balsamico-azijn, wat olijfolie, en het gemalen karwijzaad. Goed door elkaar mengen.
De rijst koken volgens de aanwijzingen op de verpakking.
De granaatappels halveren en de pitjes eruit halen.
De sjalotjes schoonmaken, en met een eetlepel olijfolie glazig bakken.
Doe de bouillon of fond erbij en breng het aan de kook. Gedurende 5 minuten laten inkoken, eventueel wat maïzena toevoegen om het in te laten binden.
Doe de pitten van de granaatappel erbij en roer het nogmaals door.
De rijst afgieten en nog even droog laten stomen.
Hak de pistachenoten fijn hakken, en door de rijst mengen.
Haal het vlees uit de oven, laat het een paar minuten rusten, en snij de ganzenborst in plakken.
Doe wat plakken ganzenborst op de borden, wat rode kool, en doe wat saus over de rode kool en het vlees. Doe als laatste wat basmatirijst erbij.